dinsdag 13 juni 2017

Opinie: Belgisch strafsysteem


De laatste jaren krijgt ons strafsysteem inzake mensen met psychische stoornissen veel commentaar te verduren. Na rechtszaken zoals die van Marc Dutroux, Ronald Janssen, Kim De Gelder... rijzen vele vragen of een rechter al dan niet capabel of bevoegd is om een juridische uitspraak te doen over psychisch afwijkende personen.

Om te beginnen is het een feit dat men liever geleerden of psychologen hierover wil laten oordelen, wat in strijd is met onze grondwet. Strafrecht is niet enkel de vraag: wie? Wat? Waar?, maar een gerechtelijke uitspraak, die steunt op de wetten van ons eigen land. Als men een geleerde, die enkel opgeleid is in het vak van psychische stoornissen, een rechtszaak zou laten leiden, dan zouden er meer procedurefouten gemaakt worden dan er berecht wordt. Dit door een gebrekkige kennis inzake ons strafsysteem. Onze machten worden opgedeeld in 3 delen de rechterlijke macht, wetgevende macht en uitvoerende macht. Rechters kunnen hier zelf echter niet buiten gaan en moeten zelf ook de bepaalde wetten volgen. Ze kunnen enkel toepassen en bestraffen wat de wetgevende macht hun gegeven heeft. Indien ze hier te buiten gaan, om een extra zware straf of alternatieve straf op te leggen, zijn ze zelf strafbaar.

Rechters kunnen zich echter wel laten informeren door een gedragswetenschapper en hun advies in beraad nemen voor de eventuele uitspraak. Dat gebeurt in de meeste gevallen ook, maar wordt door vele mensen over het hoofd gezien. Vervolgens worden er ook al alternatieve straffen gegeven dan levenslang in een instelling te worden gestopt. Het berechtingsproces kan ook niet worden overgedragen naar een alternatieve institutie en om daar bepaald te worden door wetenschappers. Een rechtbank is een onafhankelijke institutie, die als enige het recht heeft over het oordelen van criminele feiten van personen. Deze mensen met een stoornis blijven dan ook personen, ook al is er een groot mentaal verschil.


Allesomvattend, er wordt vaak uitgehaald naar rechtbanken en rechters over hun onbekwaamheid over psychologische stoornissen, terwijl men hierbij gedurende het hele proces wel wordt bij gestaan door vakbekwame mensen. De raad van deze personen wordt in gedachten gehouden en verwerkt. Maar het eindoordeel ligt en zou altijd bij een rechtbank moeten blijven liggen. Een rechter is namelijk de enige persoon die opgeleid en bevoegd is voor het veroordelen van misdaden. Als andere mensen die geen weet hebben van de wet, ongeacht de toestand van de persoon, toch gerechtelijke beslissingen zou moeten nemen over iemand zijn leven, dan staan we nog voor vele vragen over het slagen van onze Belgische samenleving.

Bert Deplancke
6 ECM1